Een clubje vanuit werkgroep groen en nog enkele andere gasten waren deze week op bezoek bij Sandra aan de Burchtweg. Joost Vrieler schreef er een stukje over:
Honing slingeren
Bij de feestelijke onthulling van het insectenhotel op de grens van Bunne en Winde, gaf onze eigen ‘dorpsimker’ Sandra in de Hardenstee een inspirerende presentatie over het belang van bijen voor de biodiversiteit in onze dorpen. Zelf verzorgt Sandra al jaren meerdere bijenvolken die van achter haar huis uit kunnen vliegen en tot drie kilometer ver op zoek gaan naar stuifmeel en nectar.
Een honingbij slaat stuifmeel en honing op in de ramen die in de bijenkast hangen. Eén bij produceert in haar volwassen leven niet meer dan één theelepel honing. Maar: samen maakt sterk, en de ramen die Sandra uit de kasten haalt zijn zwaar van de honing. Eens per jaar is het namelijk tijd om honing te slingeren, en een klein clubje dorpsgenoten kon daar bij zijn – en zelfs actief meedoen!
Het proces begint met het verwijderen van de wasdeksels op de honingraten. Dit afvalmateriaal gebruikt Sandra later om nieuwe honingramen te fabriceren waarop de bijen verder kunnen bouwen.
Daarna worden de ramen in een speciale honingslinger geplaatst, die iets weg heeft van een ouderwetse centrifuge. Door de ramen in hoog tempo rond te laten draaien, wordt de honing uit de ramen geslingerd.
Dan is het een kwestie van afwachten, want de honing moet uit het slingerapparaat sijpelen. De honing die Sandra maakt kun je voorjaarshoning noemen, omdat deze gemaakt is met het nectar dat bijen verzameld hebben in het voorjaar.
De honingbijen van Sandra hebben dus volop kunnen genieten van alles wat bloeide in Bunne: fruitbomen, kastanjes, krokus, paardenbloemen, noem maar op. Heb je inmiddels zin gekregen om deze Bunner honing te proeven? Binnenkort verkrijgbaar aan de Burchtweg!