Op 25 februari jongstleden was er een avond georganiseerd met twee lezingen. De eerste lezing werd gegeven door Reiner Hartog van Natuurmonumenten en de tweede lezing door Bart Kuiper van Natuurmonumenten.
Reiner vertelde over houtwallen en het ontstaan ervan. Ze ontstonden in de tijd dat woeste gronden ontgonnen werden om te gebruiken als bouwgrond. Over het algemeen waren dit gebieden rondom beken, omdat deze grond vruchtbaar was. Het hout uit houtwallen werd gebruikt als gebruikshout, voor veekering of erfafscheiding, als brandhout en dergelijke. Jaarlijks werd er zodoende hout uit de houtwallen gezaagd of gekapt. Aangezien het hout werd afgevoerd verschraalde de grond. Dit had tot positief gevolg dat de biodiversiteit toenam en er in de houtwallen vele soorten planten en insecten hun plek vonden. Echter in de loop van de tijden zijn er andere bouwmaterialen, erfafscheidingen en energiebronnen gekomen, waardoor het kappen van hout uit de houtwallen afnam. In sommige houtwallen is de afgelopen 40 jaar niets aan onderhoud gedaan. Onder andere Landschapsbeheer is nu een aantal houtwallen aan het herstellen. Het lijkt erg rigoureus als er slechts enkele bomen in een houtwal blijven staan, maar daardoor krijgen andere planten ook meer kans. Landschapsbeheer heeft tevens een ‘bomenbank’, waarbij autochtoon plantmateriaal verkrijgbaar is. Dit plantmateriaal wordt verzameld vanuit de
oude houtwallen. Het aanbod van Reiner is om medio augustus een wandeling te organiseren, waarbij hij ter plekke toelichting geeft op de diverse soorten houtwallen, die in de omgeving Bunne-Winde aanwezig zijn.
In de tweede lezing vertelde Bart Kuiper over de mogelijkheden van Landschapsbeheer Drenthe. Zij hebben zelf geen grond in beheer, zoals Drents Landschap, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer. Vanaf 1985 werkt Landschapsbeheer met veel vrijwilligers door hen te ondersteunen met kennis, materialen en geld. Zij hebben activiteiten zoals de Bomenwacht, soort bescherming (gaat om planten en dieren), helpen met planvorming, onderhoud fruitbomen en landschapselementen. Ze werken hierbij met o.a. scholen, zorgboerderijen en verenigingen van Dorpsbelangen. In de loop der jaren zijn er werkgroepen ontstaan voor poelepoetsers, landschapsbrigades (houden zich alleen bezig met houtwallen) en hoogstambrigades. Bart lichtte deze werkgroepen toe met voorbeelden uit de praktijk, waar dergelijke werkgroepen al bestaan. Dit kan gaan om activiteiten voor het opzetten of herzien van dorpsommetjes, voor het aanleggen van bloemrijk randen of overhoeken, maar ook over de mogelijkheden tot agrarisch natuurbeheer vanuit Drents Collectief.